Creativiteit en groepsonderzoeken
Het CBO verricht groepsonderzoeken op scholen om een beeld te krijgen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarbij is het mogelijk om de creatieve vaardigheden van leerlingen in kaart te brengen, wat bij de CBO Groepsscreening wordt gedaan met behulp van de Test for Creative Thinking – Drawing Production (TCT-DP; Jellen & Urban, 1989).
Desmet, O., Van Weerdenburg, M., Poelman, M., & Hoogeveen, L. (in voorbereiding). Onderzoek naar de toegevoegde waarde van de Test for Creative Thinking – Drawing Production in de CBO Groepsscreening.
Dit onderzoek bekijkt de toegevoegde waarde van de TCT-DP in de groepsscreening van het CBO. Daarvoor zijn de data van 725 leerlingen in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs (2009-2015) onderzocht. Het onderzoek toont aan dat de resultaten verkregen met de TCT-DP een toegevoegde waarde hebben op de overige data die verzameld worden middels de groepsscreening. Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat de TCT-DP duidelijk iets anders meet dan de andere instrumenten in de CBO Groepsscreening, zoals de Intelligentie Structuurtest (IST), Schoolvragenlijst (SVL) en de Fragebogen zur Erfassung des Erkenntnisstrebens (FES). Naast de overige doelen waarvoor de CBO-Groepsscreening ingezet kan worden, kan er met behulp van de TCT-DP een uitspraak gedaan worden over het creatief vermogen van de deelnemers.
De CBO Gedragsvragenlijst voor Begaafde en Getalenteerde Leerlingen
Begin jaren ’90 ontwikkelde het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) een vragenlijst voor ouders en leerkrachten, gebaseerd op de profielen van Betts en Neihart (1988). Ouders en leerkrachten werden in het kader van psychologisch onderzoek voor de betreffende leerling gevraagd de vragenlijst in te vullen. De verzamelde informatie werd gebruikt bij de intake en ter advisering. Ouders en leerkrachten waardeerden deze informatie en achtten het nuttig bij de benadering van het kind. De verzamelde informatie is door Lansink (2012) onderzocht en in 2013 is een herziene vragenlijst met verschillende versies voor ouders, leerkrachten en leerlingen opgesteld (Hoogeveen, in voorbereiding). In 2013 hebben we de vragenlijsten opnieuw herzien om de eigenschappen die we willen signaleren op valide wijze te meten. We hebben daartoe vragen aangaande de mindset (Dweck, 2006) en het zelfconcept toegevoegd. Dit resulteerde in een nieuwe conceptvragenlijst (Klaassen, 2014). Deze is verder onderzocht door o.a. Martine Grummer. Een artikel is in voorbereiding ( Grummer, M.M.P., Hoogeveen, A.J.M. & Van Weerdenburg, M.W.C. (in preparation). The CBO behavioral questionnaire: An assessment instrument for identifying qualities and needs of the individual student.