Het CBO-Vooruitwerklab VO is een verrijkingstraject waarin het inzicht krijgen in leer- en denkprocessen centraal staat zodat de leerling gevoed wordt in zelfvertrouwen om autonome keuzes te maken ten gunste van zijn ontwikkeling. Inzicht in leer-en denkprocessen is essentieel om te komen tot leren. Leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid komen in de reguliere onderwijscontext niet altijd of niet voldoende tot dit inzicht dat verderop in de studieloopbaan tot hindernissen kan leiden.
Pijlers
Het CBO-Vooruitwerklab VO is gericht op vier pijlers:
- Inzicht in het denkprofiel gebaseerd op de ‘theorie van de succesvolle intelligentie’ van Robert J. Sternberg[1] bestaande uit de analytische intelligentie, de creatieve intelligentie en de praktische intelligentie (ACP) zoals beschreven in de Vooruitwerklabboeken van Els Schrover[2].
- Zelfvertrouwen en leerhouding
- Inzicht in en ontwikkeling van leervaardigheden
- Samenwerking
Daaruit vloeien de volgende doelstellingen voort, geformuleerd vanuit leerlingperspectief:
- Je maakt kennis met analytisch, creatief en praktisch denken, waarbij je deze leert te herkennen en te benoemen en herkennen bij jezelf en anderen. Daarnaast ben je in staat om deze verschillende manieren van denken gericht in te zetten binnen opdrachten en kun je beoordelen welke manier van denken je het meest helpt in de gegeven situatie.
- Je leert zelfstandig invulling te geven aan open opdrachten, waarbij je gaat kijken naar dat wat goed en minder goed gaat. Zo krijg je zicht op je sterke en minder sterke vaardigheden, leer je sterke vaardigheden bewust in te zetten en werk je aan de minder sterk ontwikkelde vaardigheden.
- Je kunt goed samenwerken: je kunt onder andere luisteren naar de ander, je eigen standpunt helder verwoorden en onderbouwen, feedback geven en ontvangen en met respect te onderhandelen en overleggen.
Deze algemene leerdoelen worden in het traject vertaald naar individuele leerdoelen.
Hoe ziet het lab er precies uit?
Het CBO-Vooruitwerklab VO is een verrijkingstraject dat op locatie in nauwe samenwerking met de school wordt vormgegeven en uitgevoerd. Hoe het CBO -Vooruitwerklab er exact uit komt te zien is per school verschillend. Dit is afhankelijk van wensen ten aanzien van accenten in doelstellingen en doelgroep passend bij de organisatorische mogelijkheden en cultuur van de school. Er is veel maatwerk mogelijk. Ten aanzien van de doelgroep zijn keuzes te maken: gericht op leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid of meer gericht op brede talentontwikkeling.
Het traject bestaat uit drie verschillende elementen:
- Een reeks van ongeveer tien bijeenkomsten voor leerlingen van een blokuur (circa 90 minuten), waarin drie fases aan bod komen:
- Fase 1: Kennismaken met ACP denken en het bespreken en ervaren van samenwerkingscondities.
- Fase 2: Het werken aan open opdrachten, waarbij complexe vormen van samenwerken aan de orde komen.
- Fase 3: Met respect leren onderhandelen.
- Trainers van het CBO geven op locatie bijeenkomsten in combinatie met een train de trainer traject, zodat twee docenten van de school opgeleid worden om het Vooruitwerklab zelfstandig te geven.
- Inzicht verwerven middels observatie en reflectie. Hiervoor worden De Kijkwijzer, een observatie instrument, en Het Kijkwijzerdossier, een reflectiedossier van leerlingen ingezet. Hiermee wordt er in kaart gebracht wat er geleerd is tijdens het CBO-Vooruitwerklab en wordt de transfer naar buiten het lab concreet.
Wil je meer weten? Vraag dan de folder aan via info@cbo-nijmegen.nl
[1] In Sternberg, R. J., & Grigorenko, E. L. (2000). Teaching for Successful Intelligence: To Increase Student Learning and Achievement. New York, NY: Skyhorse Publishing.
[2] Schrover, E. (2010, 2014, 2019) Het Grote Vooruitwerklabboek (deel 1,2 en 3)